De lagering van veerpoten vormt het contactpunt tussen chassis/carrosserie van de auto, en het onderstel dat voor de wegligging moet zorgen. Een stijve bevestiging uit zich vooral in een precies stuurgedrag op bochtige weg of bij uitwijken in een noodsituatie. Is een veerpootlager defect of uitgeslagen, dan kan dat de remweg tot 15% verlengen. In de loop der jaren slijten veerpootlagers, wat zich uit door een wollig, minder exact stuurgedrag. Meestal worden dan in de werkplaats schokdempers vervangen, maar de veerpootlagers hergebruikt. Fabrikanten raden uit veiligheidsoogpunt sterk aan na een langere gebruiksperiode (bij rond 100.000 km) naast de schokdempers ook de veerpootlagers te vervangen, altijd per paar.