De klacht treedt sporadisch op, meestal eens per twee dagen na een koude start. Daarna kun je de storing wissen en blijft die uit. In een poging de storing te verhelpen heeft het garagebedrijf de hogedrukpomp, de lagedrukpomp, de injectoren en de bedrading vervangen. Vervolgens is bij een collega-garagebedrijf nog een keer de hogedrukpomp vervangen.
Naar Autodiagnose.eu
Bij binnenkomst voeren we eerst een volledige voertuigscan uit. Er staan behoorlijk wat meldingen in de diverse regeleenheden, maar het foutgeheugen van de motorregeleenheid is leeg. Na het vastleggen van de voertuigscan wissen we de foutgeheugens van alle regeleenheden en laten de Peugeot een nacht buiten staan. De volgende ochtend starten we de motor; geen storing en alles werkt naar behoren. Dit herhaalt zich nog enkele dagen, maar uiteindelijk steekt de storing toch de kop op: P0087 brandstoftoevoer foutief.
Het systeem
Voordat we ons op die storing storten, verdiepen we ons in de opbouw van het brandstofsysteem. Dat bestaat uit een lagedruk elektrische brandstofpomp in de tank en een hogedruk mechanische brandstofpomp op de cilinderkop met een elektrische brandstofdrukregeling.
De meting
Voor onze beeldvorming voeren we een meting uit tijdens de storing waarbij we:
- de lagedruk brandstofdruk meten met een drukmeter die een spanning uitgeeft (rood);
- de signaalspanning van het hogedruksensor meten (geel);
- de aansturing van de brandstofdrukregelaar in de hogedrukpomp meten (groen);
- het krukassignaal (blauw) meten waaruit we de krukassnelheid berekenen (paars).
Wat zien we?
Als we deze meting voor de eerste keer uitvoeren vragen we ons af of dit allemaal wel klopt. We zien per twee krukasomwentelingen drie drukslingeringen in de lagedruk brandstofmeting (rood). De gemiddelde lagedruk brandstofdruk is circa 5,5 bar met maxima van circa 6 bar en minima van circa 5 bar.
Ook valt in deze meting op dat de brandstofdrukregelaar van de hogedrukpomp 1 x per 11 krukasomwentelingen aangestuurd wordt (groen) en dat de drukwaarde van de hogedruk brandstof tussen die twee aansturingen van de brandstofdrukregelaar (groen) lineair afloopt van 1,9 volt naar 1,4 volt om vervolgens binnen een kwart krukasomwenteling weer te stijgen van 1,4 naar 1,9 volt als gevolg van aansturing van de brandstofdrukregelaar.
Klopt dit beeld?
Voor dit soort metingen zijn over het algemeen geen referentiemetingen beschikbaar. Jammer, want die zouden we kunnen gebruiken om te toetsen of hetgeen we zien juist is of toch een afwijking vertoont. Om de meting toch te kunnen beoordelen hebben we deze meting vele malen uitgevoerd onder verschillende omstandigheden; in een storingssituatie, in een storingsvrije situatie, bij verschillende toerentallen, bij een koude motor, bij een warme motor, etc.
De resultaten van die metingen hebben we op verschillende manieren onderzocht. We hebben ze tegen elkaar en tegen de theoretische werking van de betreffende (deel)systemen getoetst. We hebben ingezoomed op de scoopbeelden om minuscule afwijkingen te ontdekken in langdurige metingen vanaf het op contact zetten van de motor tot het optreden van de storing tijdens stationair draaien.
Geen aanknopingspunten
Deze zoektocht in de oscilloscoopbeelden naar de spreekwoordelijke speld in de hooiberg leverde, in tegenstelling tot het gros van de diagnoses die we uitvoeren, niets op. In de weken die volgden hebben we de oscilloscoopmetingen meerdere malen opnieuw bekeken in de hoop dat we wellicht toch iets over het hoofd hadden gezien. Dat bleek niet het geval.
Naast de oscilloscoopmetingen maakten we met diagnoseapparatuur diverse logs van de meetwaarden van de brandstofdruk in de motorregeleenheid omdat daarin de nominale (gewenste) waarde werd weergegeven. Ook hieruit kwamen geen afwijkingen naar voren. De werkelijke brandstofdruk schommelde marginaal met enkele bars rondom de nominale waarde. Deze schommeling was vergelijkbaar met de schommeling als de storing niet actief was. Hier dus ook geen aanknopingspunten.
De motorregeleenheid ziet een afwijking
Vanwege het uitblijven van een duidelijke afwijking in zowel de oscilloscoopmetingen als de nominale en werkelijk drukwaarde in de meetwaarden was onze hypothese dat er sprake was van een minimale afwijking die door de software van de motorregeleenheid als ‘afwijking’ werd aangemerkt, maar niet duidelijk zichtbaar was in zowel de meetwaarden als in de oscilloscoopmetingen.
Afstand nemen en herbeschouwen
Gelukkig was onze opdrachtgever begripvol en gaf hij ons de tijd, rust en ruimte om deze casus te onderzoeken. Hierdoor konden we afstand nemen en vanaf de basis op hoofdlijnen alles herbeschouwen. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen.
Wat was de oorzaak?
Juist, bij Autodiagnose.eu moesten ze de grijze cellen stevig aan het werk zetten, maar uiteindelijk losten ze het probleem op. De Peugeot is storingsvrij en terug naar zijn eigenaar.
Maar nu de vraag aan jou: Wat was de oorzaak van deze storing? Vul je oplossing in op het formulier hieronder. Je hebt tot 25 augustus. (Toegegeven, Asim van Autodiagnose.eu had meer tijd.) Daarna verloten we onder de goede inzenders een plekje bij de Autodiagnose-workshop: ‘Netwerkstoringen, een praktische aanpak’. We wensen je veel wijsheid en denkkracht toe!
Wendy en Asim Saglam zijn de ondernemers achter Autodiagnose.eu. Asim is onderzoeker in hart en nieren. Zijn passie? Onontgonnen terrein verkennen bij het oplossen van complexe storingen. Wendy is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, zet Autodiagnose.eu op de kaart op social media én ontwikkelde de technische workshops voor autobedrijven. Autotechnicus Marijn maakt met zijn scherpe opmerkingsvermogen het team compleet.