Om de emissienormen te halen passen autofabrikanten in moderne auto’s alle mogelijke technieken toe die gericht zijn op het verlagen van het brandstofverbruik. Denk aan hybride-techniek, cilinderuitschakeling en start/stop-systemen.
Wanneer een motor niet draait liggen de kruk- en drijfas direct op het lager. Bij het herstarten van de motor kan dat enorme slijtage geven, dus is het logisch dat bij het ontwikkelen van olie voor deze auto’s speciale aandacht uitgaat naar een sterke oliefilm.
Olie is daarmee een integraal onderdeel van de oplossing geworden om de emissies te beperken. Koning: “Motoroliën worden optimaal afgestemd op de karakteristieken en het gedrag van de uiteenlopende typen motoren. Olie is een constructie-onderdeel geworden. Er zijn inmiddels al meer dan veertig verschillende soorten oliën, die dwingend door
autofabrikanten voorgeschreven worden.”
Ene 0w20 is de andere niet
Een van de kenmerken van motoroliën voor hybride verbrandingsmotoren is de lage wrijving. De oliën hebben ook een lagere HTHS-waarde (high temperature high shear), want dat zorgt voor brandstofbesparing.
“Ondanks dezelfde viscositeit verschillen de eisen en de motoroliën onderling sterk: de ene 5w30 is niet uitwisselbaar met een andere 5w30 en de ene 0w20 is de andere niet.” Een universeel autobedrijf dat zich niet specialiseert op één automerk kan met één type olie op dit moment volgens Koning misschien vijfentwintig tot dertig procent van de auto’s in zijn werkplaats afdekken. “Voor die andere zeventig procent zijn meerdere oliën nodig en daar heeft MPM altijd een oplossing voor.”
Ritmisch advies
Vorig jaar ontwikkelde MPM een algoritme om elk garagebedrijf een advies op maat te kunnen aanbieden. “Dit aanbod houdt zowel rekening met de adviezen van de autofabrikant, als met de economische voorraad, want het is niet altijd slim om iets op voorraad te houden dat je beter bij de vertrouwde grossier kunt bestellen als je het nodig hebt.”
Zo’n advies kan bijvoorbeeld zijn dat de garagist twee van de meest populaire oliën in vaten van 205 liter en vijf oliën in twintig liter-verpakkingen op voorraad neemt en de rest - ter voorkoming van winkeldochters - alleen door de grossier laat brengen als het nodig is. Koning: “Die aanpak wordt zeer gewaardeerd. Het is één van de redenen waarom we in Nederland groeien en het wordt ook zeer gewaardeerd in België, Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk.”
En de bulkolie dan?
“Die 25 tot 30 procent kan nog steeds prima in de bulk, want die ruimte is er nog steeds, maar wel minder dan vroeger.” Hybride en elektrische voertuigen moeten goed gekoeld worden om te zorgen dat de motor op de optimale temperatuur functioneert. Om de verschillende hybride systemen optimaal te koelen zijn vaak meerdere koelvloeistofreservoirs aanwezig. De koelvloeistof in het batterijsysteem van bijvoorbeeld een Hyundai KONA BEV moet - naast dezelfde functies als ‘normale’ koelvloeistof - ook beschikken over zeer lage geleidbaarheidseigenschappen; conductiviteit.
Dit verreist een aangepaste samenstelling en betekent dus een apart passend dwingend voorschrift. Herman Koning: “Er zijn momenteel twaalf koelvloeistoffen die door fabrikanten dwingend worden voorgeschreven. Het effect van verkeerde motorolie wordt na een paar duizend kilometers duidelijk, maar een verkeerde koelvloeistof kan
al aan het eind van de straat problemen geven.
Met onder andere trainingen besteden wij veel tijd om autobedrijven hiervan bewust te maken. Brokken maken is niet nodig, want je ziet online welke producten je moet gebruiken. De grossier weet het ook.”
En elektrische auto’s dan?
“Voorlopig zal de markt zich in een aantal richtingen ontwikkelen. Autofabrikanten investeren nog steeds in verbrandingsmotoren, al zeggen sommigen - voor de bühne - van niet. Alle signalen wijzen op een grotere positie van elektrische auto’s, maar het is voorlopig beperkt. In Nederland is circa 1% van het wagenpark een FEV, hiervan is 85% zakelijk rijder, vaak vanwege het fiscale voordeel. Als het beleid is om gebruik van elektrische auto’s te stimuleren, zoals in Noorwegen, dan kan bij een sterke en rijke overheid en politieke wil de groei navenant zijn. Is dat niet het geval, dan zal elektrisch zich in een veel lager tempo ontwikkelen; in welk tempo weet ik niet. Voor de middellange termijn is het voor MPM geen thema.”
Bedrijf
Er is een tweede belangrijke ontwikkeling: de Europese consolidatie van automaterialengroothandelaren. Daar is MPM zelf een onderdeel van, want de Delftse oliemaatschappij is in 2018 overgenomen en onderdeel geworden van LKQ. Denk niet dat het sindsdien voor MPM makkelijk scoren is bij de LKQ-dochters vanwege een verplichte winkelnering. Herman Koning: “Want die verplichte winkelnering is er niet. Behalve dat wij leveren aan ons zusterbedrijf Fource, leveren wij in Nederland aan minstens nog vijftig klanten; van Groningen tot Limburg, terwijl Fource en LKQ zowel nationaal als internationaal ook nog andere olieleveranciers dan MPM hebben. Van enige exclusiviteit is dus geen sprake. Wij zijn vooral in het buitenland bezig om onze positie bij onze zusterbedrijven te verstevigen. LKQ is in Europa de grootste leverancier van automaterialen en in veel landen nummer één, twee of drie. Dat helpt ons natuurlijk wel, maar we moeten ze nog steeds overtuigen van onze kwaliteiten. Ons verhaal moet dus goed zijn.”