Keyless entry verhoogt het comfort en vereenvoudigen de toegang tot de auto. In dit artikel gaan we daar iets dieper op in en hebben we een VW Passat B6 als uitgangspunt genomen.
Keyless entry: enkele relevante begrippen
Regeleenheid
De Passive Entry/Go-functies worden verzorgd door de centrale regeleenheid voor comfortsystemen. De comfortregeleenheid stuurt onder andere de volgende functies aan:
- Centrale vergrendeling
- Openen en sluiten van de zijramen en het schuifdak
- Alarmsysteem
- Bandenspanningscontrole
- Startonderbreking
Verder heeft de regeleenheid als taak het systeem op storingen te bewaken. Ook slaat de regeleenheid eventuele storingen op.
ID-sensor
De ID-sensor is een radiografische sleutel die met het passieve functiespectrum is uitgebreid. Het is dus een combinatie van een ‘gewone afstandsbediening’ en een identificatiesensor. De actieve ontgrendeling en vergrendeling over afstanden tot 100 meter van het voertuig vereist handmatige bediening van de desbetreffende toetsen op de ID-sensor.
De passieve ontgrendeling wordt uitgevoerd door de portierhandgreep te grijpen, terwijl de passieve vergrendeling plaatsvindt door een sensorvlak bij de portierhandgreep aan te raken. De passieve bediening is om veiligheidsredenen alleen mogelijk als de ID-sensor zich op circa 2 meter van het voertuig bevindt. De ID-sensor communiceert radiografisch met de regeleenheid.
Elektronicamodules in de portierhandgrepen
In de handgrepen van de voorportieren bevinden zich de ontvangstantennes. Ook de naderings- en vergrendelingssensoren voor de herkenning van het openen of sluiten van het voertuig bevinden zich daar. De handgrepen van de achterportieren beschikken alleen over sensoren voor de herkenning van het openen of sluiten van het voertuig. De naderingssensoren werken als capacitieve sensoren. Zodra de hand van de bestuurder binnen het bereik van de naderingssensoren komt, wordt dit door de capacitieve sensoren herkend. Zij geven dit in de vorm van een signaal aan de comfortregeleenheid door.
Antennes
Naast de antennes in de portierhandgrepen zijn er antennes in het buitenbereik en in het interieur van de auto verwerkt. Tot de antennes in het buitenbereik behoort de achterantenne. Deze antenne, die in de achterbumper wordt ingebouwd, is verantwoordelijk voor de ontvangst in het achterste gedeelte.
Radiografische communicatie
Voordat een functie op het voertuig wordt uitgevoerd, wordt gecontroleerd of de voertuiggebruiker over een bevoegde ID-sensor beschikt. Getriggerd door de capacitieve naderingsschakelaar bij de portierhandgreep, zendt de regeleenheid een signaal naar de ID-sensor. De regeleenheid ontvangt daarvan een antwoord op de UHF-frequentie.
Werking voertuig openen en vergrendelen
Als een voertuiggebruiker met een bevoegde ID-sensor het voertuig nadert en in het ontvangstbereik van de naderingssensoren komt, wordt het systeem ‘gewekt’. Met behulp van de antennes in de portierhandgrepen en de ID-sensor wordt een radioverbinding tot stand gebracht. Vervolgens wordt gecontroleerd of de ID-sensor bevoegd is voor dit voertuig. Als de ID-sensor door de regeleenheid als bevoegd wordt aangemerkt, wordt de centrale vergrendeling geactiveerd en het voertuig geopend.
Het vergrendelen is net als het ontgrendelen zowel actief met behulp van de afstandsbediening als passief door aanraking van de vergrendelingssensor in de portierhandgreep mogelijk. Als de vergrendelingssensor één keer wordt aangeraakt, wordt het voertuig vergrendeld en wordt de ‘safe-functie’ geactiveerd. Als de vergrendelingssensor twee keer wordt aangeraakt, wordt wel het voertuig vergrendeld, maar niet de safe-functie geactiveerd. Ook het ‘comfort sluiten’ is mogelijk door middel van het passieve vergrendelen. Daarvoor moet de vergrendelingssensor langer dan 2 seconden worden aangeraakt.
Het systeem beschikt ook over een veiligheidssluiting. Deze houdt in dat wanneer na het ontgrendelen van het voertuig niet binnen 30 seconden een van de portieren of de achterklep wordt geopend, het voertuig automatisch weer wordt vergrendeld.
Een fout gedetecteerd: wat nu?
Bij de complexe systemen van hedendaagse voertuigen kan het opsporen van fouten zeer gecompliceerd zijn. Dit geldt voor zowel de elektronica als de mechanica. Maar ook gebruikersfouten bij de bediening van Passive Entry/Go-systemen kunnen de indruk wekken dat de systemen niet vlekkeloos functioneren. Daarom is het van belang dat de bedieningshandleiding en aanwijzingen van de fabrikant nauwgezet in acht worden genomen.
Vanwege de systeemopbouw en de onderlinge verbinding van de regeleenheden via de CAN-bus is een foutopsporing niet mogelijk zonder een geschikt diagnose-instrument, zoals een mega macs-tester, en merkspecifieke documentatie, zoals reparatiehandleidingen, schakelschema's en beschrijvingen van de werking.
Contact met merkdealer
Bij ons voorbeeldvoertuig van het type Passat B6 zijn voor de ontgrendeling van het elektronische stuurslot de goedkeuringen van 3 onafhankelijke regeleenheden en het contact nodig. Door deze redundante implementatiewijze kan aan de hoge veiligheidseisen worden voldaan. Ook de vervanging van defecte regeleenheden is steeds omslachtiger geworden. In het geval van de Passat kunnen regeleenheden die deel uitmaken van de startonderbreking, alleen nog online worden ingeleerd. Hierdoor is contact met een merkdealer onvermijdelijk, zelfs na een succesvolle diagnose.
Voor meer uitgebreide info over geavanceerde comfortsystemen, diagnose tools, concrete probleemoplossingen maar ook complete online trainingen, ga je naar www.hellatechworld.nl.
Dit artikel is gesponsord door Hella.