De tegenstelling is dat turbo’s eigenlijk heel gecompliceerd zijn en toch eenvoudig; ze zijn kwetsbaar en toch ontzettend sterk. Als turbo’s kapot gaan ligt dat meestal niet aan de turbo zelf. Volgens Nissens (de Deense fabrikant van vervangingsdelen voor motorkoeling, airconditioning en turbo’s) zijn de meeste turboproblemen oliegerelateerd. Te weinig smering kan fataal zijn, want turbo’s draaien met meer dan tweehonderdduizend toeren per minuut; een paar seconden zonder smering is dus funest.
De oorzaak is meestal een verstopte, geknikte of lekkende olieleiding. Hetzelfde geldt voor vuile olie of olie met te veel brandstof of water er in.
Tip: veel van deze problemen zijn te voorkomen door het gebruik van de
juiste olie. En: ververs olie en oliefilter op tijd.
Turbo’s zijn sterk en kwetsbaar
Er is nog een andere belangrijke oorzaak waardoor turbo’s kapot gaan: vreemde voorwerpen. Dat kunnen stukjes versleten pakking zijn, delen die bij een eerdere turboreparatie niet zijn weggehaald, maar ook zand of vuil dat door een oud luchtfilter glipt. Ook door scheurtjes in de slangen, losse verbindingen of losse klemmen kunnen voorwerpen naar binnen worden gezogen: van de luchtfilterbox tot de turbo, EGR, spruitstuk en motorontluchtingssysteem. Dat kan flinke schade aan de turbinewielen veroorzaken.
Zorg dat het hele luchtsysteem schoon is, controleer op afschilfering van compressor- of turbinebladen en op beschadigingen rondom de compressorinlaat en putjes op de compressorbladen. Met nieuwe pakkingen ben je zeker van goede afdichting. Het is heus niet altijd te laat: luister goed naar lawaai uit de turbo en hou de prestaties in de gaten. Let ook op een verstopte of lekkende intercooler, want die kan grote gevolgen hebben voor de turbo.
Noodloop door luchtlek
Een luchtlek kan ook voor een tekort aan lucht in het compressorsysteem zorgen. Door onderdruk en lage laaddrukken reageert de turbo traag en dalen de motorprestaties. Ook de lucht‑brandstofverhouding raakt verstoord met als mogelijke gevolgen een hoger brandstofverbruik, zwarte uitlaatrook en abnormale geluiden. De MAF/MAP/tegendruksensoren kunnen zelfs voor noodloop zorgen (foutcodes P0299, P2263).
Nissens adviseert om de lekken aan de vacuümzijde op te sporen met een druktest; vergelijk de resultaten met de fabrieksdocumentatie. Je sluit de ene kant van het circuit af met een dop en gebruikt aan de andere kant een luchtventiel. Aan de drukzijde meet je het drukniveau bij volle motorbelasting met een manometer.
Montagetips:
- Turbo’s zijn kwetsbaar: sleutel voorzichtig en werk schoon;
- Pak de turbo nooit beet bij de actuator, het actuatorasje of het vacuümslangetje;
- Werk volgens voorschrift: monteer de turbo eerst op het uitlaatspruitstuk, dan aan de uitlaat en monteer vervolgens de overige verbindingen;
- Spoel de olietoevoer‑ en retourleidingen en vul het systeem met nieuwe motorolie.
- Via deze link vind je installatiefoto’s en -filmpjes.
Nissens First Fit
De turbo’s van Nissens zijn van OE-kwaliteit en daardoor een veilige keuze. Ze worden compleet geleverd met pakkingen, rekbouten, smeerolie en een installatiegids; Nissens noemt dat First Fit. Het productassortiment bestaat inmiddels uit meer dan 130 turbomodellen en er zijn momenteel meer dan 40 turbomodellen in ontwikkeling; goed voor een zeventig procent marktdekking.
Het bedrijf helpt ook met technische bulletins en gratis online trainingen, zoals bij het Nissens Training Concept. Hier kun je zo’n gratis basis turbotraining volgen; de couponcode is al ingevuld.
Dit artikel is gesponsord door Nissens.